Bijbel tekst


Lukas 9:23 (HTB)
23-24 Daarna zei Hij tegen allen die bij Hem waren: "Wie bij Mij wil horen, moet zichzelf volledig onbelangrijk vinden. Hij moet iedere dag zijn kruis dragen en dicht bij Mij blijven. Want wie zijn leven opgeeft voor Mij, zal het redden. Maar wie zijn leven wil vasthouden, zal het verliezen.

Luke 9:23 (MSG)
23-24 Then he told them what they could expect for themselves: “Anyone who intends to come with me has to let me lead. You’re not in the driver’s seat—I am. Don’t run from suffering; embrace it. Follow me and I’ll show you how.
Self-help is no help at all. Self-sacrifice is the way, my way, to finding yourself, your true self.

Spreuken 3:5-6
5 Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht.
6 Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg.

Psalm 19:15
15 Ik bid tot U, HERE, dat alles wat ik zeg met mijn mond en denk in mijn hart, naar Uw wil mag zijn. HERE, U bent mijn rots en mijn bevrijder.


vrijdag 29 maart 2013

Thuis komen

We komen allemaal een keer THUIS, dat kan zijn bij je ouders, bij je gezin, bij familie, vrienden en bij.......GOD.
Maar hoe kom je thuis?
Vrolijk/blij, met een gerust hart, bezorgt, boos/kwaad, etc.
Het verleden speelt daar een grote een rol in, want hoe was je band met je ouders, want daar begint het thuis komen voor iedereen.
Hoe was je ervaring? Die is voor iedereen verschillend.

Maar hoe bepaald het thuis komen bij je ouders, het thuis komen in je verdere leven?
Ook dit is afhankelijk van het verleden, het verleden heeft je namelijk gevormd, gevormd in hoe je nu bent geworden.
Maar is dit te veranderen?

Ja!!!        Gelukkig wel!!!


Lucas 15.11-32


De verloren zoon
11 Jezus vervolgde: ‘Er was een man die twee zonen had. 12 Vader, zei de jongste tegen hem, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb. En de vader verdeelde zijn bezit over zijn twee zonen. 13 Een paar dagen later verzilverde de jongste zoon zijn aandeel en ging op reis naar een ver land. Daar leidde hij een losbandig leven en verkwistte al zijn geld.14 Toen hij alles had opgemaakt, brak er in dat land een zware hongersnood uit. 15 Ook hij begon daaronder te lijden. Toen trok hij eropuit en kreeg na lang aandringen werk bij een van de bewoners van dat gebied. Die stuurde hem zijn land op om varkens te hoeden. 16 Graag had hij zijn maag gevuld met het voer van de varkens, maar niemand gaf het hem. 17 Toen kwam hij tot bezinning en dacht: Mijn vader heeft zoveel knechten en die hebben eten in overvloed! En ik kom hier om van de honger. 18 Ik ga terug naar mijn vader en zal tegen hem zeggen: Vader, wat ik heb gedaan was tegen de wil van de hemel en tegen de uwe. 19 Ik verdien het niet nog langer uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw knechten. 20 En hij ging op weg, terug naar zijn vader.
Hij was nog ver van huis, toen zijn vader hem al zag. Omdat hij met hem begaan was, liep hij hem snel tegemoet, sloeg zijn armen om hem heen en kuste hem. 21 Vader, zei de zoon, wat ik heb gedaan was tegen de wil van de hemel en tegen de uwe; ik verdien het niet nog langer uw zoon genoemd te worden. 22 Maar zijn vader zei tegen zijn knechten: Vlug! Haal het beste gewaad en trek het hem aan; steek een ring aan zijn vinger en doe hem schoenen aan. 23 Haal het mestkalf uit de stal en slacht het. We gaan eten en feestvieren. 24 Want mijn zoon hier, hij was dood maar hij leeft weer, ik was hem kwijt maar hij is terug. En zij begonnen feest te vieren.
25 De oudste zoon was op het land. Toen hij terugkeerde en dicht bij huis kwam, hoorde hij muziek en dansen. 26 Hij riep een van de knechten en vroeg hem wat er aan de hand was. 27 Uw broer is terug, antwoordde die, en uw vader heeft het mestkalf laten slachten omdat hij hem weer gezond en wel terug heeft. 28 De oudste zoon was woedend en wilde niet naar binnen. Zijn vader kwam naar buiten en probeerde hem over te halen. 29 Maar hij zei tegen zijn vader: Hoeveel jaar dien ik u nu al niet, zonder ooit een van uw bevelen te overtreden? En wat hebt u mij gegeven? Nog geen bokje om eens feest te vieren met mijn vrienden. 30 Maar nu die zoon van u gekomen is, die met hoeren uw vermogen heeft opgemaakt, slacht u het mestkalf voor hem! 31 Jongen, antwoordde zijn vader, jij bent altijd bij me en alles wat van mij is, is van jou. 32 Maar er moet feest zijn, er moet vreugde zijn! Je broer hier, hij was dood maar hij leeft weer, ik was hem kwijt maar hij is terug.’


Lucas 15.11-32 geeft duidelijk aan dat je bij God altijd thuis kan komen, wat er ook gebeurd is.





Nu even terug bij mij, ik heb altijd het gevoel me eigen moeten te bewijzen.


Ik zelf heb een rottig jeugd gehad, waar ik me constant heb moeten bewijzen.
Jarenlang heb ik bij mijn ouders thuis moeten bewijzen. Nu jaren later is dat gelukkig veel minder.


Ook naar God toe leg ik de lat hoog, ik wil zo snel mogelijk veranderen terwijl dit niet mogelijk is.
Zo doe ik ook eigenlijk naar andere, ik wil leuk gevonden worden, ook hier leg ik de alt hoog, je kunt het namelijk niet afdwingen.
Dit heb allemaal met vertrouwen te maken, vertrouwen die vroeger geschaad is.

Thuis komen is geaccepteerd worden, geaccepteerd hoe je bent. Bij God kan je thuis komen zoals je bent.
Ik hoef de lat dus niet hoog te leggen.
Ik moet beseffen dat God mij lief heb zoals ik ben, ik hoe me dus niet te bewijzen.
Galaten 3:26
26 Door het geloof in Christus Jezus bent u allemaal kinderen van God geworden.

Galaten 4:6

En omdat wij Zijn kinderen zijn, heeft God de Geest van Zijn Zoon in ons hart gegeven, zodat wij God echt kunnen aanspreken met 'Vader'.

Door de tekst uit Galaten 3:26 & 4:6 kunnen we lezen dat we echt kinderen van God zij en dus bij God echt thuis kunnen komen, we mogen God namelijk als Vader aanspreken!
God is wel een andere vader, als je natuurlijke vader. Ik kan en mag ze dus niet vergelijken. 
Door Jezus Christus kan ik dus bij Vader komen, Jezus Christus is de uitnodiging voor mij naar God, wat geweldig! 
Jezus is de weg, de waarheid en het leven.
Jezus helpt me dus op weg, Jezus weet precies wat goed voor me is en wat ik nodig heb en handelen kan.

Ook duidelijk aan Jezus vragen wat ik nodig heb, Jezus weet het wel, maar helpt pas als ik er om vraag.
 Zie Lucas 18:40-42:

 40 Jezus bleef staan en zei dat men de blinde bij hem moest brengen. Toen deze voor hem stond, vroeg hij hem: 41 ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Heer, zorg dat ik weer kan zien.’ 42 Jezus zei: ‘Zie weer! Uw geloof heeft u gered.’ 

Jezus is alles wat ik nodig heb om weer echt thuis te komen! 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten