Bijbel tekst


Lukas 9:23 (HTB)
23-24 Daarna zei Hij tegen allen die bij Hem waren: "Wie bij Mij wil horen, moet zichzelf volledig onbelangrijk vinden. Hij moet iedere dag zijn kruis dragen en dicht bij Mij blijven. Want wie zijn leven opgeeft voor Mij, zal het redden. Maar wie zijn leven wil vasthouden, zal het verliezen.

Luke 9:23 (MSG)
23-24 Then he told them what they could expect for themselves: “Anyone who intends to come with me has to let me lead. You’re not in the driver’s seat—I am. Don’t run from suffering; embrace it. Follow me and I’ll show you how.
Self-help is no help at all. Self-sacrifice is the way, my way, to finding yourself, your true self.

Spreuken 3:5-6
5 Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht.
6 Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg.

Psalm 19:15
15 Ik bid tot U, HERE, dat alles wat ik zeg met mijn mond en denk in mijn hart, naar Uw wil mag zijn. HERE, U bent mijn rots en mijn bevrijder.


donderdag 23 oktober 2014

Mijn Kind

Mijn kind...

Mijn kind,


 
 
 
 
 
  • Je kent Mij misschien niet, maar Ik ken je door en door (Psalm 139 vers 1)

  • Ik weet het wanneer je zit en wanneer je weer opstaat (Psalm 139 vers 2)

  • Alles wat je doet is bij Mij bekend (Psalm 139 vers 3)

  • Want je bent gemaakt naar mijn evenbeeld (Genesis 1 vers 27)

  • Voordat je verwekt werd, kende Ik je al (Jeremia 1 vers 5)

  • Je bent geen vergissing (Psalm 139 vers 15)

  • Ik heb je prachtig gemaakt (Psalm 139 vers 14)

  • Ik heb je gemaakt in de buik van je moeder (Psalm 139 vers 13)

  • Mijn verlangen is om je te overladen met mijn liefde (1 Johannes 3 vers 1)

  • Ik geef je veel meer dan een aardse vader zou kunnen (Matteüs 7 vers 11)

  • Want Ik ben de perfecte Vader (Matteüs 5 vers 48)

  • Ik geef je wat je nodig hebt (Matteüs 6 vers 31-33)

  • Ik denk oneindig veel aan je (Psalm 139 vers 17-18)

  • Ik zal niet stoppen met het goede voor je te doen (Jeremia 32 vers 40)

  • Want je bent mijn kostbare bezit (Exodus 19 vers 5)

  • Als je Mij met je hele hart zoekt, zal je Mij vinden (Deuteronomium 4 vers 29)

  • Ik ben de Vader die je troost in al je verdriet (2 Korintiërs 1 vers 3-4)

  • Als je terneergeslagen bent, ben Ik dicht bij je (Psalm 34 vers 19)

  • Zoals een herder een lam draagt, zo heb Ik jou gedragen (Jesaja 40 vers 11)

  • Ik ben je Vader en Ik hou net zoveel van jou als van mijn Zoon, Jezus (Johannes 17 vers 23)

  • Hij kwam om te laten zien dat Ik aan jouw kant sta en niet tegenover je (Romeinen 8 vs 31)

  • En je te vertellen dat Ik niet meer naar je zonden kijk (2 Korintiërs 5 vers 18-19)

  • Ik gaf alles op waar Ik van hield, zodat Ik misschien jouw liefde zou winnen (Romeinen 8 vers 31-32)

  • Jezus stierf zodat wij weer bij elkaar kunnen komen (2 Korintiërs 5 vers 18-19)

  • Als je Jezus verwelkomt, ontvang je Mij ook (1 Johannes 2 vers 23)

  • Kom thuis en Ik geef het grootste feest dat je ooit beleefd hebt (Lucas 15 vers 7)

  • Mijn vraag is: Wil je mijn kind zijn? (Johannes 1 vers 12-13)

  • Ik wacht op je… (Lucas 15 vers 11-32)

Mijn vraag is: wil je mijn kind zijn 
Je Vader.

donderdag 2 oktober 2014

Het kruis, de Juk en het Leven 3


Het juk en het kruis zijn twee Bijbelse symbolen. Het kruis spreekt van het verlaten van de wereld voor Christus; het juk spreekt van het leren in de wereld van Christus. De een spreekt van het offer; de andere van het dienen. De leerling moet ze beide dragen; hij kan niet kiezen om een ​​te nemen en de andere te laten.

Het kruis, de Juk en het Leven 2


Het juk en het kruis zijn twee Bijbelse symbolen. Het kruis spreekt van het verlaten van de wereld voor Christus; het juk spreekt van het leren in de wereld van Christus. De een spreekt van het offer; de andere van het dienen. De leerling moet ze beide dragen; hij kan niet kiezen om een ​​te nemen en de andere te laten.



Het kruis, de Juk en het Leven 1



Het juk en het kruis zijn twee Bijbelse symbolen. Het kruis spreekt van het verlaten van de wereld voor Christus; het juk spreekt van het leren in de wereld van Christus. De een spreekt van het offer; de andere van het dienen. De leerling moet ze beide dragen; hij kan niet kiezen om een ​​te nemen en de andere te laten.